Gewone Vlier

Sambucus nigra

In veel van onze struweelranden, vooral op wat voedselrijkere bodems vind je de Gewone vlier, Sambucus nigra. Het is een tot wel 7 meter hoge struik of kleine boom. Tijdens de bloei is hij goed te herkennen aan de opvallende op schermen lijkende vlakke bloeiwijzen. Ook in de vruchttijd is de struik goed te herkennen aan de donkere, bijna zwarte bessen. De geur van fijngewreven bladeren is zo typisch, dat daar ook een vlier goed aan te herkennen is. Zowel de witte schermvormige tuilen als de bessen worden gebruikt om er drankjes of jam van te maken. En de schermen worden ook wel gebruikt in pannenkoeken.

De gewone vlier (Sambucus nigra) is een plant uit de muskuskruidfamilie (Adoxaceae). De bloei is van mei tot juli. De bestuiving vindt plaats door insecten. De vruchten zijn in september en oktober rijp. De plant vermeerdert zich door zaad, dat met name door spreeuwen, die dol op de bessen zijn, wordt verspreid. Botanisch gezien zijn de bessen steenvruchten.

De gewone vlier is voor veel dieren giftig vanwege cyaanverbindingen in het blad. Het wordt wel door het edelhert gegeten, die geen moeite hebben de plantendelen te verteren. Op vlierhout is vaak de judasoorzwam te vinden. De vlier stelt geen hoge eisen aan zijn standplaats en wordt zelfs in dakgoten gevonden.

Een in de natuur voorkomende variƫteit van de gewone vlier is de peterselievlier (Sambucus nigra var. laciniata), die diep ingesneden bladeren heeft.

Contact

Interested in working together?